“Wat ik het leukst vind aan mijn werk als ergotherapeut bij het Maasstad Ziekenhuis? Het samenwerken met de verschillende disciplines binnen het revalidatiecentrum. Met het team wordt er per patiënt gekeken wat het beste behandeltraject is voor de patiënt. Het team bestaat uit verschillende disciplines en dit wisselt per casus. De disciplines die mee kunnen werken zijn: fysiotherapie, bewegingstherapie, psychomotorische therapie, maatschappelijk werk, psychologie, logopedie, diëtetiek en ergotherapie. We hebben onderling heel nauw en laagdrempelig contact, dat werkt voor mij heel prettig”, zegt ergotherapeut Iris met een grote glimlach op haar gezicht.
Vandaag is het Wereld Ergotherapie Dag en daarom zetten we graag onze ergotherapeuten in de spotlight.
Ergotherapie kun je het beste omschrijven als handelingstherapie. Als mensen als gevolg van een ziekte of beperking bepaalde handelingen niet meer kunnen uitvoeren, die wel belangrijk voor ze zijn, dan kijkt een ergotherapeut hoe diegene toch kan doen wat hij wilt. Binnen het Maasstad Ziekenhuis zien we veel verschillende doelgroepen. Een grote groep zijn neurologische patiënten, maar ook oncologie-, longrevalidatie en amputatie patiënten en patiënten met chronische pijn.
Ergotherapeut Aafke vertelt: “Ik zeg eigenlijk altijd: wij helpen mensen weer ‘back on track’ komen. Het kan iedereen overkomen dat je bijvoorbeeld in een heftig auto-ongeluk terecht komt en dat je je leven opeens anders moet gaan inrichten. Dan is het aan ons om, samen met het multidisciplinaire team, te gaan kijken hoe we iemand weer kunnen laten doen, wat hij belangrijk vindt om te doen.’’
Iris vult aan: “Patiënten komen hier op hun meest kwetsbare binnen. We zien ze vrij intensief, ongeveer 2 à 3 keer per week en dan vaak 3 tot 4 maanden lang. Je leert een patiënt dan echt goed kennen. Ergotherapie gaat in de poliklinische setting vooral over energiemanagement. Daarin zie je dat we elkaar allemaal nodig hebben. Als iemand zijn energie niet goed kan verdelen over de dag, dan kan hij bijvoorbeeld uitgeput bij de fysiotherapeut komen en dan kan de training minder goed verlopen.”
“Iedere patiënt zit anders in elkaar, dus het is belangrijk om te achterhalen wie er tegenover je zit en wat iemands normen en waarden zijn. Dit doe je door in gesprek te gaan over deze onderwerpen en je open op te stellen. Wij leren als ergotherapeut om niet te oordelen. Het gaat niet over of jij tevreden bent over de situatie, maar of de patiënt zelf tevreden is. Hieraan zie je dat samen beslissen echt centraal staat in ons werk. Het is fijn als je ziet dat patiënten hun leven weer een stukje terugkrijgen. Als iemand weer kan koken of zijn dag goed kan indelen en jij staat daar dan naast en je ziet iemand groeien, dat is heel mooi. Daarnaast staat voor mij ook centraal dat we het met een multidisciplinaire team doen. Ergotherapie is een onderdeel, juist door het hele team in te zetten, dat is de kracht”, aldus Aafke.
Daarnaast is het ook de complexiteit wat het voor ons interessant maakt. Patiënten komen hier vaak nadat ze in de eerste lijn vastlopen. Je ziet daardoor regelmatig complexe casussen. Dat maakt het werk leuk”, sluit Iris af.